In aanloop naar de verkiezingen voor het nieuwe Europees Parlement op 6 juni 2024 gaat Erik van Lith van GroentenFruit Huis in gesprek met kandidaten die meedoen aan de Europese Parlementsverkiezingen. Aan het woord is Tom Berendsen, nummer 1 van het CDA.
Tom Berendsen (1983), geboren en getogen in Breda. Hier woont hij nog steeds met zijn vrouw en twee kinderen. Sinds juni 2019 is hij lid van het Europees Parlement en sinds september 2023 is hij lijsttrekker van het CDA voor de Europese verkiezingen van 2024.
In het Europees Parlement houdt hij zich bezig met de onderwerpen en commissies industrie, energie, transport, innovatie en regionale ontwikkeling.
Wat is uw visie op de Europese Unie?
Het gaat in Nederland alleen goed als het in de landen om ons heen goed gaat. Dat is een kernprincipe bij het CDA. Zeker met een wereld in verandering is het belangrijk de handen binnen Europa ineen te slaan en samen minder afhankelijk te worden van andere continenten en landen. We zijn ook kritisch op de Europese Unie, onder andere vanwege regeldruk. We moeten rekening houden met wat wel en niet kan in een dichtbevolkt land als Nederland. ‘One size fits all’ werkt niet altijd.
Hoe kijkt u aan tegen de groente- en fruitsector?
Voedsel is een strategisch goed. We moeten voldoende betaalbaar voedsel in Europa kunnen blijven garanderen, maar dat is niet vanzelfsprekend. Behalve het belang van voedsel voor de Europese consument is de sector ook van economisch belang. Natuurlijk zijn er uitdagingen die de sector ook enorm raken. Denk aan de toekomstige energievoorziening, duurzaamheid, klimaatverandering en het vraagstuk van ketens die verstoord kunnen worden. Goed voedsel voor alle Europeanen is ontzettend belangrijk, dat is een taak van de EU. De Nederlandse groente- en fruitsector is binnen dat Europese plaatje van enorme waarde.
Wat heeft u bereikt en/of wilt u bereiken in het Europees parlement?
We moeten onze manier van leven beschermen in een veranderende wereld. Daar hoort bij dat we ook onze voedselvoorziening beschermen. Europa is samenwerken. Samenwerking gericht op verdere verduurzaming en versterking van de sector. De GreenDeal-discussie is goed: we moeten stappen zetten, maar dan moet die deal ook kansen opleveren voor de sector. De komende jaren zullen we met de sector toe moeten werken naar een nieuw verdienmodel om verduurzaming in de praktijk mogelijk te maken.
Hoe zou u de ondersteuning en bevordering van duurzame praktijken in de groente- en fruitsector willen aanpakken binnen het Europees Parlement?
Regels zijn er genoeg. Daarom is het goed dat we met bedrijfsbezoeken zicht krijgen op de uitdagingen in de praktijk. Je moet het samen doen. Ik wil duidelijk zijn vanuit het Europees Parlement over wat we verwachten van het bedrijfsleven. Tegelijkertijd moeten we duidelijk zijn onder welke voorwaarden we vooruit kunnen. Denk aan het verduurzamen van transport van groenten en fruit, meer in het bijzonder het opschalen van freshrail door het wegnemen van blokkades zoals harmonisatie van nationale veiligheidssystemen. De A van het CDA staat niet voor niets voor appèl: het bedrijfsleven moet verantwoordelijkheid nemen, maar dan moet de overheid wel leveren.
Hoe ziet u de rol van de Europese Unie in het bevorderen van eerlijke handelspraktijken, zowel binnen Europa als in internationale handelsrelaties?
Eerlijke handelspraktijken zijn van groot belang, maar kunnen alleen bevorderd worden als je een gelijk speelveld waarborgt. De Europese Unie is de tweede economische macht en tweede economie van de wereld. We kunnen die positie inzetten om eerlijke handelspraktijken voor elkaar te krijgen. Tegelijkertijd denk ik dat het in een veranderde wereld ook niet zo moet zijn dat we onze strategische positie verliezen, omdat we te veel ons vingertje gebruiken naar derde landen. We moeten vanuit Europa niet naïef in de wereld staan!
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatie. Voor de andere interviews kunt u terecht op onze website of op het ledenportaal.