In aanloop naar de verkiezingen voor het nieuwe Europees Parlement op 6 juni 2024 gaat Erik van Lith van GroentenFruit Huis in gesprek met kandidaten die meedoen aan de Europese Parlementsverkiezingen. Aan het woord is Michiel Hoogeveen, nummer 1 van JA21.
Michiel Hoogeveen (34) is lijsttrekker voor JA21 tijdens de Europese Verkiezingen. De geboren Leidenaar woont in Oegstgeest met vrouw, kind en hond. Voor hij de politiek inging was hij werkzaam in de financiële sector en als onderzoeker naar Noord-Korea.
Wat is uw visie op de Europese Unie?
We kijken als JA21 eerst en vooral naar de Europese Unie als handelsunie waarvoor het is opgericht. We willen vooruitzien en werken aan de uitdagingen van de 21ste eeuw. Daarbij zien we mogelijkheden handel uit te breiden en meer slagkracht te tonen. Hiervoor moet bureaucratie en overregulering worden aangepakt. Ook dient daaraan te worden toegevoegd dat een succesvolle interne markt samengaat met het goed bewaken van onze Europese grenzen.
Hoe kijkt u aan tegen de groente- en fruitsector?
JA21 is voor de vrije markt en daarbij dienen we uit te gaan van competitieve advantages. We moeten zorgen voor betere supply chains. Nu werkt dat in geopolitiek onzekere tijden tegen ons door als Europese Unie naar binnen te kijken, op basis van angstgevoelens te pleiten dat er meer Europa nodig is, maar we zouden juist meer moeten inzetten op afzetmarkten en handelsakkoorden. De Nederlandse groente- en fruitsector laat met 10 miljard import, 4 miljard productie en 14 miljard euro aan exportwaarde zien dat ze midden in de vrijhandel van de wereld zit.
Wat heeft u bereikt en/of wilt u bereiken in het Europees parlement?
Wat mij heel erg verbaasd heeft afgelopen periode in Brussel is dat vele Europese politici roepen dat ze voor een open markt zijn en tegelijkertijd de eigen markt willen beschermen. Zij hebben zo veel groene maatregelen ingevoerd dat deze de eigen sector dreigen weg te pesten, omdat de productiekosten eenzijdig omhoog gaan. Vervolgens moet de eigen markt worden beschermd door protectionistische maatregelen zoals importheffingen aan derde landen op te leggen.
Hoe zou u de ondersteuning en bevordering van duurzame praktijken in de groente- en fruitsector willen aanpakken binnen het Europees parlement?
Er is een noodzaak om duurzamer te denken, waar dat kan meer circulair te werken. Tegelijkertijd moet het wel haalbaar en betaalbaar blijven. Het kan lonen om te investeren in duurzaamheid in de leveringsketen. Maar het centraal opleggen vanuit Europa in combinatie van meer controles tast bedrijfsmodellen aan. Er moeten incentives zijn om meer verduurzaming en innovatie in productie en handel mogelijk te maken. Daar kunnen lidstaten zelf mee aan de gang door via marktmechanismes innovatie en duurzaamheid aan te moedigen.
Hoe ziet u de rol van de Europese Unie in het bevorderen van eerlijke handelspraktijken, zowel binnen Europa als in internationale handelsrelaties?
De Europese Unie zou veel pragmatischer mogen zijn. Het is nu China die de klok slaat. Die zijn aan het handelen en niet zozeer eisen op aan het leggen om aan duurzaamheid en milieueisen te voldoen. Als we bij handelsakkoorden minder nadruk leggen op milieu en meer gemeenschappelijke economische belangen dan wordt het makkelijker om de markt goed te laten functioneren. Vanzelfsprekend met in achtneming van standaarden ten aanzien van veiligheid en kwaliteit waar de Nederlandse sector in vooroploopt. De Europese Unie zou meer koopman moeten zijn en minder dominee!
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatie. Voor de andere interviews kunt u terecht op onze website of op het ledenportaal.