In aanloop naar de verkiezingen voor het nieuwe Europees Parlement op 6 juni 2024 gaat Erik van Lith van GroentenFruit Huis in gesprek met kandidaten die meedoen aan de Europese Parlementsverkiezingen. Aan het woord is Gerrie Elfrink, nummer 1 van de SP.
Gerrie E. Elfrink (1974, Zevenaar) studeerde aan de Academie voor Kunst en Industriële Vormgeving in Enschede. Van 2000-2010 was hij voorzitter van de SP-fractie in de gemeenteraad van Arnhem. Deze functie vervult hij sinds 2018 tot heden opnieuw. Van 2010 tot 2018 was Elfrink wethouder en eerste locoburgemeester in Arnhem. Elfrink was verantwoordelijk voor de beleidsterreinen wonen en sport, evenals grote nieuwbouwprojecten. Onder zijn verantwoordelijkheid werd de vastgelopen vernieuwing van station Arnhem Centraal vlotgetrokken en voltooid. Sinds 2020 is Gerrie Elfrink penningmeester en lid van het dagelijkse bestuur van de SP.
Wat is uw visie op de Europese Unie?
In de huidige Europese Unie staan menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit onder druk. Een andere Europese Unie is mogelijk. De SP staat voor internationale samenwerking, maar is kritisch op de machtsconcentratie in Brussel. Besluitvorming zou zo lokaal mogelijk moeten zijn, waardoor mensen meer zeggenschap hebben en er beter ingespeeld kan worden op de specifieke omstandigheden. Problemen die duidelijk grensoverstijgend zijn, pakken we uiteraard wel in internationale samenwerking aan.
Hoe kijkt u aan tegen de groente- en fruitsector?
Mijn opa en oma zaliger hadden een klein boerenbedrijf en in mijn jeugd heb ik veel aardbeien geplukt. Er wordt in de wereld met groot respect gekeken naar de Nederlandse Land- en Tuinbouw en de groente- en fruitsector als een onderdeel daarvan. Nederland is de tweede grootste voedselexporteur, heeft een vooraanstaande landbouwuniversiteit, zeer innovatieve landbouwresearch en is trendsetter in sectoren als de glastuinbouw en zaadveredeling. De ontwikkelingskracht van de boeren, tuinders, wetenschappers, onderzoekers en ondernemers in die kleine Nederlandse delta is bijzonder. Maar er is ook een keerzijde. De ontwikkelingen gaan samen met schaalvergroting en intensivering van grondgebruik. Het landbouwsysteem is in de greep van de handelshuizen, voedselproducenten, supermarkten, zaadveredelaars en banken, die op wereldschaal opereren. Het hele systeem is gericht op meer, groter en goedkoper. Gezinsbedrijven komen -als gevolg van schaalvergroting en intensivering- steeds meer onder druk te staan. We moeten uit de greep van de wereldconcerns als de grote supermarkten komen, zodat boeren en tuinders een goed inkomen kunnen verwerven.
Wat heeft u bereikt en/of wilt u bereiken in het Europees parlement?
De SP komt op voor Nederlandse boeren/tuinders en verzet zich daarom tegen internationale verdragen die de concurrentiepositie van Nederlandse boeren en tuinders verzwakken en die -net als CETA- de belangen van multinationale bedrijven boven mensen en het milieu plaatst. De SP zal zich in de komende parlementaire periode blijven verzetten tegen het Mercosur-verdrag. Het opleggen van eisen aan importen van buiten de EU, zoals het handhaven van goede arbeidsvoorwaarden en het naleven van milieustandaarden draagt bij aan het creëren van een gelijk speelveld. Vanuit Europa moet in VN-verband ingezet worden op verdragen omtrent maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Hoe zou u de ondersteuning en bevordering van duurzame praktijken in de groente- en fruitsector binnen het Europees parlement willen aanpakken?
De huidige Europese landbouwsubsidies werken overproductie, fraude en verspilling in de hand. Het geld wordt bovendien oneerlijk verdeeld. Slechts 20% van de agrariërs ontvangt 80% van de subsidie. De SP wil stoppen met het rondpompen van miljarden aan Europees geld. Landen kunnen dan zelf de subsidies inzetten. Wat de SP betreft vooral om de duurzame praktijk te bevorderen.
Behoud van de biodiversiteit (in het algemeen, maar ook met betrekking tot de insecten specifiek) is van belang voor de groente- en fruitteelt (denk onder andere aan de bijdrage van bijen voor de bestuiving). We kiezen voor een duurzame, regionale ‘boerenland-bouw’, waarbij boeren en tuinders zo veel mogelijk ons eigen voedsel tegen een eerlijke prijs produceren.
Boeren, tuinders en fruittelers die op een duurzame manier ons land van voedsel voorzien moeten we meer gaan waarderen. Daar zullen we méér in plaats van minder boeren, tuinders en fruittelers nodig hebben. Die moeten dan wel een eerlijke beloning krijgen en uit de wurggreep van de agro-industrie en banken blijven. Waar mogelijk dient de macht van de tussenhandel en de supermarkten teruggedrongen te worden en moet een directe koppeling tussen producent en consument gestimuleerd worden. Door dichter bij huis te produceren is het mogelijk om veel duurzamer te produceren en het zorgt ook voor betere prijzen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatie. Voor de andere interviews kunt u terecht op onze website of op het ledenportaal.