Gerben-Jan Gerbrandy (D66) is bestuurskundige en woont in Den Haag. Hij was lid van het EP van 2009 tot 2019 en werd in 2017 tot Groenste Politicus van Nederland uitgeroepen. In het verleden heeft hij onder andere voor het ministerie van LNV gewerkt. Gerben-Jan was in 2020/21 lid van het Adviescollege Stikstof.

Wat is uw visie op de Europese Unie?

D66 heeft een hele positieve visie op de Europese Unie. De mens heeft het nergens in de wereld zo goed als in Europa. Na de Tweede Wereldoorlog was er gelukkig het besef van samenwerken. Er is een basis gelegd voor een uniek concept van vrijheid. Europa moeten we nu verder door ontwikkelen. Niet alleen economisch, maar ook in politieke zin. Gezien de veranderingen in de wereld moet Europa aan de bak. Economisch met name ten aanzien van verduurzaming en digitalisering; zorgen dat we voorop lopen. En verder met klimaatbeleid: met heel veel ambitie moeten we door en komt het de komende jaren aan op uitvoering.

Hoe kijkt u aan tegen de groente- en fruitsector?

Groente- en fruitsector is een fantastische sector: de sector van superfood en gezondheid. We moeten meer groenten en fruit eten als onderdeel van een transitie naar gezonde voeding en een meer plantaardig dieet. De groente- en fruitsector speelt daarin een beslissende rol. We moeten van een sectorale landbouwvisie naar een gezond voedsel-strategie. Europa is sterk autonoom als groente- en fruitsector, behalve voor tropische producten. Groenten en fruit zijn vooral een regionaal product. 80% van alle geproduceerde groenten en fruit blijft binnen de regio; 90% zelfs binnen de EU.

Wat heeft u bereikt en/of wilt u bereiken Europees parlement?

De groente- en fruitsector staat voor een langjarige verduurzaming. Daar heb ik eerder ook al aan gewerkt vanuit de Transitiecoalitie Voedsel. Het Europees Parlement moet er voor zorgen dat er voor een periode van 20/30 jaar stabiel beleid wordt gehanteerd om met elkaar te verduurzamen. D66 vindt dat de landbouwsubsidies primair moeten worden ingezet om verduurzaming mogelijk te maken, die maatschappelijk waardevol is zoals met groene en blauwe diensten. Ook verdere energietransitie naar bijvoorbeeld aardwarmte voor glastuinbouw moet worden gestimuleerd, zodat doelen in 2040 worden verwezenlijkt. We willen daar Europees geld voor vrijmaken.

Hoe zou u de ondersteuning en bevordering van duurzame praktijken in de groente- en fruitsector willen aanpakken binnen het Europees parlement?

De groente- en fruitsector is al een van de meest innovatieve sectoren in Europa. We willen duurzame praktijken verder ondersteunen en bevorderen door meer inzet op innovatie. Langzaam aan de sector ombouwen naar verdere verduurzaming en daarvoor innovatiegelden zoals Horizon inzetten (budget verdubbelen). We moeten daarbij kijken naar de grotere doelen van beleid; borgen van de voedselvoorziening met een gezonde balans tussen dierlijke en plantaardige producten en vergroening van de leefomgeving. Van belang is ook dat we eerlijke prijzen nastreven voor duurzame producten zowel binnen als buiten de Europese Unie.

Hoe ziet u de rol van de Europese Unie in het bevorderen van eerlijke handelspraktijken, zowel binnen Europa als in internationale handelsrelaties?

De Nederlandse groente- en fruitsector heeft een indrukwekkende omzet van meer dan 20 miljard euro, veel import en export. Beetje concurrentie is niet verkeerd, maar deze moet wel op een eerlijke manier plaats vinden. Als in Europa strenge regels bestaan om het gebruik van pesticiden aan banden te leggen, moeten we kritisch producten van buiten de Europese Unie bekijken en via handelsakkoorden een gelijk speelveld vastleggen. Overigens hebben strenge EU-normen ook een positieve invloed op de rest van de wereld. Producenten hanteren die dan vaak voor al hun producten. Als we als Nederland bovendien investeren in duurzame productie in derde landen zorgt dit ook voor ontwikkeling in die landen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatie. Voor de andere interviews kunt u terecht op onze website of op het ledenportaal.